een plaats in Oklahoma County en de hoofdstad van de Amerikaanse staat Oklahoma, ligt aan de North Canadian River en is met (1950) 242450 inw. (Groot Oklahoma 322 520 inw.) de grootste stad van de staat. De nederzetting ontstond in 1889 en kreeg reeds in 1890 stadsrechten; de naam is afgeleid van een Indiaans woord dat „rood volk” betekent.
In 1890 had de plaats nog pas 10 000 inw. De stad is gebouwd op olievelden, die in 1928 ontdekt zijn; ca 2000 oliebronnen bevinden zich in of in de directe omgeving van de stad en boortorens staan in de straten en tuinen. Hoewel de aardoliewinning de voornaamste economische bedrijvigheid van Oklahoma City is, ontstond hiernaast een omvangrijke industrie. De (1950) ca 600 fabrieken produceren o.a. conserven, vliegtuigen, machinerieën, staalwaren en drukwerk; op de grens van het katoen- en het tarwegebied gelegen, heeft de stad belangrijke meel- en katoenzaadoliefabrieken. De industriële vraag naar arbeiders heeft een in betekenis toenemende Negerbevolking doen ontstaan. Voorts is Oklahoma City een van de 12 grootste veemarkten in de V.S.Oklahoma City is een moderne stad met kaarsrechte straten en talrijke wolkenkrabbers, waarvan de hoogste 136 m is en 33 etages heeft. Er zijn 9 radiostations en een televisiezender; binnen het 80 km omvattende stadsgebied bevinden zich 63 parken. Instellingen van hoger onderwijs zijn de (Methodistische) Oklahoma City University met (1950) 2650 studenten en 76 docenten en de tot de Staatsuniversiteit te Norman behorende School of Medicine. Van wetenschappelijke betekenis is de grote verzameling cultusvoorwerpen van Indianen, die in het gebouw van de Oklahoma Historical Society bijeengebracht zijn.
Lit.: C. B. Glasscock, Then came Oil (Indianapolis 1938); W. P. A. (Guide Series), Oklahoma, a Guide to the Sooner State (Norman 1941).
