priester van de katholieke gemeente te Rome, omstreeks het midden van de derde eeuw, werd in 251 de leider van een schismatische groep, die, anders dan de in dat jaar gekozen Romeinse bisschop Cornelius, een streng afwijzende houding aannam tegenover hen, die tijdens de vervolgingen het geloof hadden verzaakt (lapsi). Hun wederopneming in de kerk achtte hij een aantasting van de reinheid en heiligheid der gemeente; en een kerk, die tot wederopneming overging, was onrein.
Daaruit trok de zich snel en wijd verbreidende Novatiaanse kerk der reinen; door de Novatianen is de naam als „ketters” in algemeen spraakgebruik gekomen) de consequentie, dat alleen door haar clerus de sacramenten geldig bediend konden worden; zij herdoopte dan ook ieder, die tot haar kwam, ook al was hij elders reeds gedoopt. Nog in de 5de eeuw hebben de keizers maatregelen tegen de Novatianen genomen. Novatianus was de eerste Romeinse theoloog, die Latijn schreef (voordien was de Romeinse theologische taal het Grieks). Zijn (orthodox) geschrift De trinitate (ontstaan vóór het schisma) heeft grote invloed gehad, maar is door het werk van Hilarius en Augustinus over hetzelfde onderwerp verdrongen. Misschien is hij onder Valerianus (253-260) als martelaar gestorven.Bibl.: Zijn veelal op naam van anderen overgeleverde geschriften bij Migne, Patrol, lat. 3; verder in het Corp. Scr. Eccl. Lat. 3,2.
Lit.: A. d’Alès, Novatien, Étude sur la théologie romaine au milieu du sème siècle (1925).