Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NATIONALE REKENINGEN

betekenis & definitie

(voorheen ook Nationale Boekhouding genoemd) zijn overzichten in boekhoudkundige vorm van de transacties welke in een bepaalde periode in het economisch leven van een land hebben plaats gehad. Doel is het verkrijgen van een inzicht in het economisch leven gedurende die periode, zoals dit zich in grote lijnen heeft afgespeeld, door middel van een complex van samenhangende statistische berekeningen omtrent de belangrijkste nationale economische grootheden.

Hiertoe worden in de volkshuishouding een aantal sectoren onderscheiden, elk bestaande uit personen of instellingen met ongeveer gelijke functie. Het Centraal Bureau voor Statistiek onderscheidt de sectoren Bedrijven, Overheid, Verbruikers en Verzekeringsfondsen en classificeert alle transacties in het economisch leven als goederen- of geldstromen van de ene sector naar de andere. Een loonbetaling bijv. is een geldstroom van de sector Bedrijven of Overheid naar de sector Verbruikers; de daarvoor gepresteerde arbeid is een goederenstroom (eigenlijk een dienstenstroom) van de Verbruikers (in hun hoedanigheid van arbeiders) naar de Bedrijven of de Overheid, in welker dienst zij zijn. Transacties binnen één sector, bijv. levering van halffabrikaten tussen twee verschillende bedrijven, blijven daarbij voorlopig buiten beschouwing; de groep van alle bedrijfshuishoudingen te zamen wordt dus als één geheel beschouwd.Behalve tussen deze vier sectoren onderling kunnen transacties voorkomen tussen een sector en het buitenland, bijv. invoer van grondstoffen. Dit is een goederenstroom van het buitenland naar de sector Bedrijven; de betaling voor deze import is een geldstroom van de sector Bedrijven naar het buitenland. Een „sector” Buitenland wordt, om ook deze soort transacties in beeld te brengen, aan het overzicht toegevoegd.

De transacties tussen deze vijf „sectoren” worden vervolgens onderscheiden in twee grote groepen : die welke het nationale vermogen veranderen en die welke dit niet doen. De eerste groep transacties wordt voor de gehele volkshuishouding (dus niet per sector) samengevat in één rekening, de zgn. Balansmutatierekening. Op deze rekening komen o.a. voor de besparingen, de investeringen in binnen- en buitenland en het tekort of het overschot van de Overheid. De tweede groep transacties wordt weergegeven in rekeningen voor elk der sectoren, waarin de baten en lasten der exploitatie worden vermeld, alsmede in een speciale investeringsrekening voor de bedrijven, welke alleen de mutaties weergeeft in de materiële activa van de gezamenlijke bedrijven.

Aldus komt men tot 7 rekeningen, t.w.:

1. Bedrijven, Exploitatierekening;
2. Bedrijven, Investeringsrekening;
3. Overheid;
4. Verbruikers;
5. Verzekeringsfondsen;
6. Buitenland;
7. Balansmutaties.

Deze groepering voldoet nog niet aan vele eisen welke de economische theorie en practijk stellen en is vnl. bepaald door de mogelijkheden welke het statistische grondmateriaal biedt. Dit grondmateriaal is immers in vele opzichten nog onvolledig. Het wordt gevormd door de economische statistieken welke door het Centraal Bureau voor de Statistiek en een aantal andere organisaties geregeld worden samengesteld en gepubliceerd.

Om ook een meer gedetailleerd inzicht te verkrijgen worden tevens Nationale Jaarrekeningen samengesteld, waarin, in plaats van één sector Bedrijven, 28 sectoren voor verschillende bedrijfsklassen voorkomen. Dit overzicht stelt ons dus in staat de transacties per bedrijfsklasse te leren kennen; natuurlijk komen die tussen twee verschillende bedrijven hierin wèl tot uiting, althans indien deze bedrijven tot verschillende klassen behoren.

Was het oorspronkelijke doel van de opstelling van Nationale Rekeningen o.a. de berekening van het nationale inkomen, later werd dit meer en meer het verschaffen van een samenvatting van de economische toestand en ontwikkeling. Daartoe interesseerde men zich in dit latere stadium mede voor een aantal andere grootheden welke in dit verband van belang zijn. Deze vindt men terug in de zgn. Confrontatie van Middelen en Bestedingen, waarin de wijze van totstandkoming van het nationale inkomen en de wijze van besteding er van zijn neergelegd.

CONFRONTATIE VAN MIDDELEN EN BESTEDINGEN 1949

Middelen (in millioenen gld.)

1. Productie in bedrijven 12737
2. Productie in de overheidssfeer 987
3. Netto-inkomsten uit het buitenland 415
4. Nationaal inkomen ,,at factor cost” 14139
5. Indirecte belastingen minus subsidies 1871
6. Nationaal inkomen „at market value” 16010

Bestedingen

7. Consumptie door verbruikers 11 439
8. Bestedingen door de Overheid 2 338
9. Netto-investeringen in bedrijven 2 540
10. Netto-investeringen in het buitenland — 307
11. Nationale bestedingen 16 oio

Bron: C.B.S.

Over de toepassingen van de Nationale Rekeningen zij vermeld dat deze uiteraard daar liggen waar men de beschikking wenst over een overzicht over het gehele economische leven of over een inzicht in de betekenis van een bepaald onderdeel van de volkshuishouding in het kader van het geheel. Dit is o.a. het geval bij het zgn. markt- en conjunctuuronderzoek, al of niet met behulp van econometrische methoden, zoals vraag- en aanbodstudies. Ook voor de economische politiek, vooral als het gaat om het onderzoek naar de interdependentie in het economisch leven en naar de doorwerking van een gebeurtenis door de gehele volkshuishouding heen, is een dergelijk totaaloverzicht onontbeerlijk.

Voor het uitstippelen van de economische politiek (planning) en voor het overzien van de gevolgen van het beleid voor het gehele economische leven, alsmede voor het vergelijken van de werkelijke cijfers (statistieken) met de plancijfers bieden de Nationale Rekeningen een unieke gelegenheid. Voor het opstellen van de zgn. Nationale Budgets (economische plannen) wordt dan ook door het Centraal Planbureau de techniek van de Nationale Rekeningen gebruikt, welke Rekeningen later weer de nacalculatie van de Centrale Plannen vormen.

Voor de theoretische economie kunnen de Nationale Rekeningen in zoverre van nut zijn dat zij een statistische verificatie van de stellingen der theorie mogelijk maken, terwijl voorts bij de studie der economie, in plaats van het incidenteel en los van elkaar beschouwen van verschillende onderdelen van het economische leven, de samenhang van alle economische grootheden op de voorgrond geplaatst kan worden. Ook op statistisch gebied is dit het geval.

DR H. RIJKEN VAN OLST

Lit.: De Nat. Jaarrekeningen: doeleinden, problemen, resultaten. No 8 der Monografieën v. d. Ned. Conjunctuur. Samengesteld door H.

Rijken van Olst en C. A. Oomens (Utrecht 1950).

< >