is een theorie die in de riten en de gebeden van het H. Misoffer een symbool zoekt van de omstandigheden van het Heilig Lijden en zelfs van geheel het aardse leven van Jezus Christus.
Zij ontleent haar naam aan het werk Mystagogia van Maximus Confessor (gest. 662), waarin hij, aanleunende bij De kerkelijke hiërarchie van Dionysius de Areopagiet, een mystieke verklaring geeft van de liturgie. Een voorname vertegenwoordiger van die theorie is Theodorus, bisschop van Andida in Phrygië of Cappadocië (11de of 12de eeuw) die een Korte commentaar van de symbolen en de mysteriën van de goddelijke liturgie uitgaf (Migne, PG 140, 417-468). In de Oosterse Kerk bleef men het genre beoefenen tot in de 15de eeuw, toen Symeon van Thessalonica zijn De divino templo schreef. Amalarius van Metz (9de eeuw) was de eerste die de mystagogische theologie beoefende in de Latijnse Kerk.Lit.: F. Kattenbusch, art. Myst. th., in: Realencyclopadie für protest. Theologie u. Kirche, v. J.
J. Herzog.XIII (1903), 612622; E. Amann, art. Théodore d’Andida, in: Dict. de théolog. cath., t. 15, kol. 227-228 (Paris 1946).