is een hereditaire en familiaire ziekte die het eerst werd beschreven door de Deense arts Thomsen. Deze leed zelf aan de ziekte evenals 19 bloedverwanten verdeeld over 4 generaties. Lijders, aan myotonia congenita hebben zeer stijve spieren, die moeilijk aan de wil gehoorzamen zodat de mensen stram zijn in hun bewegingen.
Het merkwaardige is echter dat de beweging bij herhaling steeds gemakkelijker gaat zodat na korte tijd geen last meer wordt ondervonden. Na een korte rustpoos bestaat echter de stijfheid opnieuw.Bij het lopen gaan de eerste stappen zeer moeilijk; na een pas of 10 gaat het echter steeds beter, waarna het lopen verder normaal en vlot gaat. Hetzelfde verschijnsel ziet men bijv. wanneer de patiënt de vuist snel achtereen wil openen en sluiten.
Merkwaardigerwijze zijn velen van deze patiënten geheel vrij van klachten als zij regelmatig kinine gebruiken.
DR A. VERJAAL.
