Spaans dramatisch auteur (Madrid 16 Sept. 1829-21 Juni 1898), was van kindsbeen af vertrouwd met de toneelwereld.
Zijn vroege stukken streefden vooral naar een effectvolle ontknoping. Zijn eersteling Juana de Arco (1847), in verzen, is een navolging van Schiller’s Jungfrau von Orleans; zyn Angela (1852) herinnert aan Schiller’s Kabale und Liebe. Virginia (1853), een Romeinse tragedie, verraadt invloed van Alfieri. Eerst later zocht Tamayo het meer in een psychologische verdieping van de karakters. Locura de amor (1855) is een historisch drama in proza, dat de verhouding tussen Johanna de Krankzinnige en haar gemaal Philips de Schone behandelt. La bola de nieve (1856) biedt een diepgaande studie van de gevolgen der jaloezie. Veel succes hadden zijn tendenz-stukken: Lo positivo (1862) en Lances de honor (1863). Un drama nuevo (1867) is Tamayo’s meesterwerk; hij voert er Shakespeare en zijn troep in ten tonele, en het stuk is gebaseerd op het contrast tussen toneel en leven, spel en werkelijkheid.
Nog vóór zijn 30ste jaar was Tamayo reeds lid der Kon. Spaanse Academie.
Teksten: Obras, cd. M. Tamayo y Baus (Madrid 1881-1885), in 7 dln.
Lit.: Narciso Sicars y Salvadó, Don M. T. y B.: estudio crítico-biogr. (Madrid 1906); E. Cotarelo y Mori, T. y B., in Est. de hist. lit. de Esp., dl I (Madrid 1901); Boris de Tannenberg, Un dramaturge espagnol: M. T. y Baus (Paris 1898).