Belgisch historicus (Antwerpen 12 Dec. 1883), studeerde geschiedenis aan de Universiteit te Leuven onder de leiding van prof. A.
Cauchie. Hij verbleef daarna een tijdlang in Italië, waar hij vooral te Rome en te Napels archiefonderzoek verrichtte. In 1912 werd hij professor aan de Universiteit te Leuven, waarvan hij sedert 1930 tevens het ambt van secretaris-generaal waarnam. Gedurende de oorlog 1914-1918 verbleef hij te Havre. Hij was er werkzaam als kabinetschef van de eerste minister; in 1919 maakte hij deel uit van de Belgische afvaardiging op de Vredesconferentie van Versailles. Hij is lid van de Kon. Commissie voor Geschiedenis en van de Kon. Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Zijn doctorale thesis gaf een critische studie van de Merovingische heiligenlevens (1907). Na zijn studiereis in Italië, waar hij materiaal uit de archieven van de familie Farnese verzamelde, wijdde hij zich aan de studie van de Moderne Tijden, vooral van de 16de eeuw, zonder nochtans de hagiografie van de middeleeuwen geheel vaarwel te zeggen. Ook het verleden van de Universiteit, waaraan hij verbonden is, genoot zijn belangstelling evenals de geschiedenis van België, die hij te Leuven doceert. In 1933 gaf hij het eerste deel uit van zijn hoofdwerk, een monumentale studie over Alexander Farnese, waaraan hij meer dan 20 jaar werkte; in 1937 verscheen het 5de en laatste deel.Bibl.: Etude critique et littéraire sur les Vitae des saints mérovingiens de l’ancienne Belgique (Louvain-Paris 1907); Inventaire des Archives Famésiennesde Naples au point de vue de l’histoire des Pays-Bas catholiques (in samenw. m. A. Cauchie) (Bruxelles 1911); Une institution d’enseignement supérieur sous l’Ancien Régime. L’université de Louvain 1425-1797 (Bruxeiles - Paris 1921, 2de verm. uitg. onder andere titel, Bruxelles 1945) ; Correspondance d’Ottavio Mirto Frangipani, premier nonce de Flandre 1596-1606 (Rome 1924); Pour mieux comprendre notre histoire nationale (Louvain 1932, 2de uitg. Bruxelles 1946); Alexandre Farnèse, prince de Parme, gouverneur général des Pays-Bas au XVIe siècle (i545-t592), 5 dln (Bruxelles 1933-1937)*
Lit.: Miscellanea Historica in honorem Leonis van der Essen Brussel - Parijs 1947) (m. voll. bibliogr.).