noemde men in Nederland de destijds vigerende militaire strafwetten, die, althans in hoofdzaken, aan ieder in dienst tredende, vrijwilliger of dienstplichtige, moesten worden voorgelezen, met welke formaliteit hij tot militair gemaakt werd. Van dit voorlezen werd een, ook door de man zelf getekende, verklaring opgemaakt, die o.a. moest geproduceerd worden, wilde men hem eventueel later voor de militaire rechter doen terechtstaan.
Sinds enige jaren is dit afgeschaft en vervangen door de inlijving. Het woord „krijgsartikelen” houdt wellicht verband met de aanduiding der eerste, tijdens prins Maurits vastgestelde militaire tuchtwetten, nl.: „Artikelenbrief”.