In de medische wetenschap wordt de kindergeneeskunde als een zelfstandig onderdeel beschouwd, omdat de ziekten, die bij kinderen voorkomen, meestal heel anders zijn dan die van volwassenen. Bij het kind moet rekening gehouden worden met alle bijzonderheden, die met de groei samenhangen; daardoor is ook het voedingsvraagstuk bij kinderen van zo grote betekenis.
Maar bovendien zijn vele infectieziekten in hoofdzaak beperkt tot de kinderleeftijd, terwijl door het doormaken van de ziekte als kind een immuniteit ontstaat die de volwassenen beschermt, zij het ook niet altijd in voldoende mate.Ook de eisen, die de groeiende psyche stelt, zijn geheel verschillend van die bij volwassenen. Daarbij komt dan nog, dat het verloop en de ernst van vele ziekten belangrijk kunnen verschillen naarmate volwassenen of kinderen daardoor getroffen worden.
Het spreekt vanzelf, dat dezelfde beginselen aan de pathologie van kinderen en ouderen ten grondslag liggen.