(Amsterdam ged. 26 Sept. 1649 - 8 Juni 1711), dochter van Jacob Lescaille, boekhandelaar te Amsterdam, zette na de dood van haar vader (1677) diens zaak voort en werd weldra als dichteres bekend, zodat haar zelfs de naam Nederlandsche Sappho werd toegekend. Beoordelaars van latere tijd roemen haar vloeiende en beschaafde dichttrant.
Zij heeft verschillende dichtwerken uit het Frans vertaald. Haar werken zijn in 1731 verschenen onder de titel Mengel- en Tooneelpoëzie (3 dln).