graaf van Vlaanderen, Prins van BELGIË, (Brussel, io Oct. 1903) genoot een militaire opleiding, werd kolonel bij de ruiterij en is ereluitenant bij de Britse vloot. Hij werd door de Verenigde Kamers op 20 Sept. 1944, bij de tweede stemming, tot Regent van het Koninkrijk verkozen „daar koning Leopold III door ’s vijands toedoen in de onmogelijkheid verkeerde om te regeren”.
Hij legde de grondwettelijke eed af op 21 Sept. 1944 en vervulde in moeilijke omstandigheden de hem opgedragen taak tot 20 Juli 1950, toen de Verenigde Kamers de wet van 19 Juli 1945 afschaften, bij. toepassing van art. 82 van de grondwet vaststelden dat de onmogelijkheid tot regeren van Leopold III een einde had genomen en de Koning de uitoefening van zijn grondwettelijke macht hervatte. Uit dankbaarheid voor de aan het land bewezen diensten, zonden de Verenigde Kamers op 20 Juli 1950 een adres van hulde aan de Prins-Regent. Tevens werd hem een speciale dotatie van 4 millioen frank evenals het genot van een gedeelte van het domein van Argenteuil toegekend.
