Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Juliana van cornillon

betekenis & definitie

ook genoemd Juliana van Luik, Heilige (Rétinne, bij Luik 1193 Fosses 5 Apr. 1258), verloor vroeg haar ouders en werd toevertrouwd aan de leprozerie van Mont Cornillon, waar zij, na een uitstekende opvoeding, met het verzorgen der zieken werd belast. Zij onderscheidde zich door bovennatuurlijke gunsten en een grote vroomheid voor de Eucharistie.

Op grond van haar visioenen, waarin zij herhaaldelijk de maan (symbool voor de Kerk) zag met een donkere vlek er op, trachtte zij de instelling van een eucharistisch feest van de kerkelijke overheid te verkrijgen. Haar plan vond instemming bij de bisschop van Luik, Robert de Thourotte, die in 1246 in zijn bisdom de jaarlijkse viering van zulk een feest voorschreef, en bij Pantaleon van Troyes, toenmaals aartsdiaken van Luik, die later (in 1264) als paus Urbanus IV de viering van Sacramentsdag tot de gehele Katholieke Kerk uitbreidde.Juliana, intussen priorin van Cornillon geworden, maakte zich zowel bij de kloostergemeenschap als bij de Luikenaars impopulair door haar strijd tegen sommige misbruiken. Zij nam de wijk voor de toenemende vijandigheid en vestigde zich te Salzinne bij Namen, ten slotte te Fosses. Zij werd in de abdij te Villers begraven.

Haar feestdag is 5 April.

DR E. DE MOREAU S.J.

Lit.: Levensbeschr. in Acta Sanct., Aprilis dl I, blz. 442 vlgg., geschreven tussen 1261-1264 door een clericus van Luik, een tijdgenoot, die verder steunt op een biografie ,,gallice scripta”, waarschijnlijk van de hand van de vertrouwelinge van de heilige, Eva van Saint Martin. Voorts: J. Demarteau, La première auteur wallonne: la bienheureuse Eve de Saint-Martin (Liège 1896): E. Vossen, Ste J. de C., in: Collationes Namurcenses, dl 26 (1932), blz. 248-271; E. Denis, La vraie histoire de sainte Julienne de Liège (Liège 1927); Clotilde de Sainte-Julienne, Ste J. de G. et l’établissement de la Fête-Dieu (2de dr., Liège z. j.); J. Coenen, J. v. G. (Brussel 1946; Heiligen van onzen stam).

< >