Engels historicus (Drighlington, W. Yorks., 1872 - Hemel Hempstead 7 Apr. 1949), studeerde te Oxford, St John’s College, en begaf zich daarna in de politiek en de journalistiek.
In 1899 werd hij redacteur van het liberale weekblad Speaker, in 1906 veranderd in The Nation, toen hij overging naar de Tribune en de Daily News. Hij diende zijn land in de oorlog als officier en kwam daarna, in 1919, bij de Manchester Guardian, tot 1945. Zijn belangrijkste arbeid en zijn grote verdiensten liggen op het gebied van de Engelse sociale geschiedenis. Zijn werken geven een samenvattend en zeer gedocumenteerd beeld van de menselijke en sociale aspecten van de industriële, economische en politieke suprematie van Engeland in de 19de eeuw en zijn bovendien voortreffelijk en boeiend geschreven. Zij leveren het bewijs dat de sociale geschiedenis een eigen plaats toekomt naast de economische geschiedenis. Zij zijn grotendeels geschreven in samenwerking met zijn vrouw Lucy Barbara Bradby, die tegelijk met Hammond zelf in 1933 de doctorsgraad honoris causa van Oxford kreeg.Bibl.: Charles James Fox (1903); The Village Labourer 17601832 (1911); The Town Labourer 1760-1832: The new civilization (1917); The Skilled Labourer 1760-1832 (1919); Lord Shaftesbury (1923); The Age of the Chartists 1830-1854 (1938); The Rise of Modern Industry (1925); The Bleak Age (1934) (herz. uitg. in 1947 in Pelican Books); C. P. Scott of the Manchester Guardian (1934); Gladstone and the Irish Nation (1938; naast Morley thans wel het beste boek over Gl.).
Lit.: History, dl 34 (1949), blz. 250-253.