Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Johan Hendrik van DALE

betekenis & definitie

(Sluis 15 Febr. 1828 - 19 Mei 1872), hoofdonderwijzer, later archivaris in zijn geboorteplaats, een zeer verdienstelijk autodidact, is vooral bekend gebleven door het woordenboek, dat het eerst verscheen onder de titel Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal (1872-1874) en sedert verscheiden malen, door anderen herzien, is herdrukt (7de dr. onder de titel Nieuw Groot Woordenboek der Nederlandse taal, 1947-1949, bewerkt door C. H.

A. Kruyskamp en F. de Tollenaere), Van Dale’s borstbeeld staat te Sluis, waar hij, buitengewoon zorgzaam voor zichzelf bij de toen fel heersende pokken, juist als slachtoffer van deze ziekte viel.

< >