Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Joden-christenen

betekenis & definitie

is een wetenschappelijke term uit de Tübingse school en aanduiding van de Christenen, die, nadat zij van de Joodse godsdienst tot het Christendom waren overgegaan, het geloof in Jezus Christus wilden verbinden met getrouwheid aan de Mozaïsche observanties en de handhaving van de Levitische eredienst in de tempel. Sommigen waren intransigent en verkondigden, dat het heil onmogelijk te bereiken viel zonder deze praktijken.

Anderen, meer gematigd, onthielden zich van een star dogmatisme in deze zaken, maar bleven feitelijk zelf trouw aan de wetsvoorschriften. De eerste groep schijnt de kwestie der besnijdenis te Jeruzalem en te Antiochië te hebben opgeworpen; zij bestreden de leer van Paulus, tot in Galatië toe. De tweede groep beriep zich — terecht — op Jacobus Minor. In hun kring ontstond wellicht het conflict te Antiochië tussen Petrus en Paulus. Voor het bestaan van een derde groepering Joden-Christenen, die meer een syncretistische inslag vertoonden, vindt men enige aanduiding, naar het schijnt, in Rom. 14 en 16 en in Col. 2, 16. Na de dood der Apostelen heeft zich de Joods-Christelijke gemeenschap enige tijd gehandhaafd (Pella).

De gematigden schijnen rechtzinnig te zijn gebleven (z Nazareeërs); uit hun kring stamt het Evangelie volgens de Hebreeën. De intransigente richting mondde uit in een ketterse groep, die men later Ebionieten noemde.DR G. DE GIER M.S.C.

Lit.: L. Marchal, Les judéo-chrétiens, Dict. Théol. Cath. VIII2 (1925), col. 1681-1708; M. J. Lagrange, L’Evangile selon les Hébreux, Revue Biblique 1922.

< >