Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Joannes LE FRANCQ VAN BERKHEY

betekenis & definitie

Nederlands natuuronderzoeker en dichter (Leiden 23 Jan. 1729 - 13 Mrt 1812), hield zich reeds vroeg bezig met het ontleden en opzetten van dieren en legde zich vervolgens toe op de natuurkunde in het algemeen en de ontleedkunde in het bijzonder. Hij was als student custos bij het kabinet v.

Nat. Hist., vestigde zich in 1761 als arts te Amsterdam, maar bepaalde zich weldra tot de beoefening der natuurlijke historie en woonde daartoe eerst op een buitenverblijf bij Haarlem en vervolgens op Leervliet bij Leiden. In laatstgemelde stad werd hij in 1773 lector in de natuurlijke historie; hij schreef intussen zijn Natuurlijke historie van Holland (1769-1779, in 11 dln met pl J, gevolgd door Natuurlijke historie van het rundvee in Holland (1805-1811, in 6 dln). Verder schreef hij onderscheiden natuurkundige verhandelingen, enz. Veel heeft hij ook geleverd op het gebied der dichtkunst; een gedicht, De lof der dankbaarheid, werd in 1773 door het Haags genootschap ,.Kunstliefde spaart geen vlijt” met goud bekroond. In Zeetriumph der Bataafsche vrijheid (2 dln 1782) verheerlijkt hij de slag bij Doggersbank. Met Het verheerlijkt Leyden was hij in 1774 de feestredenaar bij het 2de eeuwfeest van Leidens ontzet. Van Berkhey behoorde tot de Prinsgezinde partij, waardoor hij zich vele onaangenaamheden berokkende. Als door een wonder ontkwam hij in 1807 bij het springen van het kruitschip te Leiden aan de dood. Hij stierf arm.Lit.: Nw. Ned. Biogr. Wrdnbk IV (1918), kol. 614; C. J. v. d. Klaauw, Het Hooger Onderwijs in de zoölogie te Leiden (1926).

< >