Frans generaal (Morlaix, Bretagne, 14 Febr. 1763-Laun, Bohemen, 2 Sept. 1813), steeg in de eerste Revolutie-oorlog snel tot de rang van generaal, commandeerde in 17961797 het Rijn- en Moezelleger, dat bestemd was om Oostenrijk door het Donaudal aan te vallen, terwijl Bonaparte in Italië streed. Moreau moest echter terug door de nederlaag van Jourdan tegen aartshertog Karel en voerde de meesterlijke terugtocht door het Höllenthal uit.
Het is waarschijnlijk, dat hij in deze jaren bij royalistische intriges betrokken was. In 1799 had hij het opperbevel over het leger in Italië, maar werd door Soeworow bij Gassano verslagen (27 April) en door Joubert vervangen. Tegenover de staatsgreep van 18 Brumaire hield hij zich neutraal en dus kreeg hij voor de veldtocht in 1799/1800 het opperbevel over het Rijnleger. Hij wist over de Oostenrijkers onder aartshertog Johann de schitterende overwinning bij Hohenlinden te behalen (3 Dec. 1800), waardoor de vrede gesloten kon worden. De regeringspers verkleinde echter zijn roem en insinueerde, dat hij, als geheim tegenstander van het Consulaat, gemengd was in de samenzwering van Pichegru. Moreau, verbannen, ging in 1804 naar Amerika.
In 1813 nodigde keizer Alexander hem naar het Russische hoofdkwartier, maar in de slag bij Dresden (27 Aug.) werd Moreau dodelijk gewond. Hij ontmoette als generaal in 1794 te ’s-Hertogenbosch Maria Versfeld, een Hollandse, die geruime tijd zijn minnares is geweest; zij werd later in Frankrijk als schrijfster bekend onder de naam Ida Saint-Elme of La Contemporaine.Lit.: J. Dontenville, Le général M. (1899) ; E. Picard, Bonaparte et M. (1905); E. Daudet, L’exil et la mort du général M. (1909).