Nederlands Marine-officier (Wijhe 8 Mrt 1864 - 4 Aug. 1943), werd in 1883 adelborst 1ste klasse en doorliep alle rangen. In 1904 en 1905 dempte hij als commandant van Hr Ms Mataram een opstand op Flores, naar aanleiding waarvan hij de M.W.O. 4de klasse verkreeg.
In 1913 werd Rambonnet, inmiddels schout-bij-nacht geworden, minister van Marine in het kabinet-Cort van der Linden. Als zodanig voerde hij met grote bekwaamheid het moeilijke beleid gedurende Wereldoorlog I. In Juni 1918 trad hij af i.v.m. een conflict over het uitzenden van een convooi naar Ned.-Indië (tot deze uitzending was door de regering besloten, maar als gevolg van Britse bezwaren wilde de meerderheid in de ministerraad deze voor onbepaalde tijd uitstellen; Rambonnet kon zich met deze gedragslijn niet verenigen). In hetzelfde jaar kreeg hij ontslag uit de dienst als vice-admiraal titulair. In 1920 werd hij lid van de Raad van State. Een belangrijke rol speelde Rambonnet in de Padvinderij, eerst (1920) als voorzitter van de Nederlandse Padvindersbond en van 1927-1937 als Hoofdverkenner.