hertog van Istrië, maarschalk van Frankrijk (Prayssac, dep. Lot, 6 Aug. 1768 - Rippach, nabij Lützen, 1 Mei 1813), maakte de meeste veldtochten van Napoleon mee en reorganiseerde het Italiaanse leger.
In Nov. 1809 benoemde de keizer hem tot commandant van het Noorderleger ter vervanging van Bernadotte*. Deze benoeming was bedoeld als berisping, niet alleen voor Bernadotte, doch ook voor Lodewijk Napoleon, koning van Hofland, omdat deze zich niet voldoende tegen de Engelse inval in Zeeland zou hebben teweergesteld. Bessières’ herovering van Vlissingen in Dec. was echter mosterd na de maaltijd, daar het grootste gedeelte van het expeditieleger zich reeds vóór Nov. had ingescheept en Walcheren verlaten was, toen de Fransen er binnendrongen. Vooral heeft hij zich onderscheiden als bevelhebber der cavalerie van de garde. Hij stond bij Napoleon in zeer hoog aanzien, was bij de soldaten zeer geliefd en werd ook door zijn tegenstanders wegens zijn humaan optreden zeer geacht. Hij sneuvelde aan de vooravond van de slag bij Lützen.Lit.: A. Rabel, Le Maréchal B. (1903).