een der leiders in de opstand tegen Philips II (Gent 9 Juli 1513 - 4 Aug. 1584), stamde uit een aanzienlijk geslacht. Hij nam de Hervormde leer aan en toonde een onverzoenlijke haat tegen de Spanjaarden.
In 1577 was hij met Ryhove* een der ijverigste en fanatiekste leiders der Calvinisten in Gent, die bewerkten, dat de stad in volkomen staat van revolutie werd gebracht en onder leiding kwam van een comité van XVIII op voorbeeld van Brussel. Dientengevolge werd bij de magistraatswisseling in Jan. 1578 Hembyze schepen, met vele Calvinisten. Hij behoorde met Petrus Dathenus* tot de radicaalsten, die de meer gematigde Ryhove verdrongen en van geen godsdienstvrede, zoals Oranje wenste, weten wilden. Het volk maakte zich aan beeldstormerij schuldig en deed de Katholieken de stad ruimen. De prins van Oranje bracht de gemoederen weder tot rust, terwijl de Katholieken in het bezit van hun kerken werden hersteld. Maar Hembyze wist met Dathenus en de radicalen spoedig weer de overhand te krijgen.
Steunend op Ryhove kwam de Prins in Aug. 1579 andermaal in Gent (dat zich bij de Unie van Utrecht had aangesloten) en liet Hembyze met zijn aanhangers uit de regering zetten. Deze week nu naar het leger van Johan Casimir van de Palts en naar Heidelberg. Hiervandaan keerde hij eerst in Aug. 1583 terug, toen men in Gent steeds meer beangst werd voor Parma en een fel leider nodig had. Doch ook Hembyze trad met de Spaanse landvoogd in correspondentie (voorjaar 1584). Zijn partijgenoten zetten echter de verdediging van de stad voort en namen Hembyze gevangen. Hij werd 4 Aug. 1584 op de markt onthoofd wegens verraad.Lit.: L. v. d. Essen, Alex. Famèse, prince de Parme, III (1934); V. Fris, Histoire de Gand (2de dr., 1930), blz. 234 vlg.; v. d. Haeghen, Bijdr. tot de Gesch. v. d. Herv. kerk te Gent, 1578-84 (Bijdr. en Meded.
Hist. Gen. Utrecht, XII, 1889); H. A. Enno van Gelder, Revolutionnaire Reformatie (1943).