(Alexander), klassiek filoloog (Biebrich, bij Frankfort a. d. M., 18 Mei 1848 - Berlijn 4 Juni 1922), voortgekomen uit de Bonner School, van de richting van Wilamowitz en Kaibel, legde zich in het bijzonder toe op de vastlegging van de bronnen van de antieke filosofie.
In 1879 vestigde hij zijn naam door een van zijn hoofdwerken, de Doxographi graeci (herdr. 1929). Diels werd in 1882 aan de universiteit te Berlijn beroepen. Hij bezat een aangeboren organisatietalent voor de uitgave van grote wetenschappelijke ondernemingen, vooral van de werken van de Pruisische Academie van Wetenschappen, zo van de Commentaren op Aristoteles en van het Corpus Medicorum Graecorum.Bibl.: Commentaar van Simplicius op de Physica van Aristoteles (1882 en 1895); Poetarum philosophorum fragmenta (1901); Die Fragmente der Vorsokratiker (1903, 5de dr., bewerkt door W. Kranz, i934-*37); vele andere werken van betekenis. Na zijn dood verscheen zijn Lucretiusuitgave (1923) en zijn vertaling van deze dichter.
Lit.: O. Kern, H. D. und Carl Robert (Bursians Jahresber. dl 215, 1927).