Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Henry MOOR

betekenis & definitie

(Spencer), Engels beeldhouwer en tekenaar (Castleford, Yorksh. 30 Juli 1898), de zoon van een mijnwerker, werd eerst onderwijzer, ging in 1917 in militaire dienst, kreeg in 1919 als oorlogsveteraan een studietoelage en ging toen studeren voor beeldhouwer aan de „School of Arts” te Leeds en daarna aan het „Royal College of Art” te Londen. In 1925 won hij een reisbeurs, waarvan hij een reis maakte naar Parijs en Italië.

Vooral de fresco’s van Massaccio maakten daar grote indruk op hem.Zijn vroege werken vertonen duidelijk de invloed, die de in het Brits Museum bestudeerde primitieve kunst (o.a. uit Egypte, Griekenland, Afrika en Mexico) op hem had. De directe expressie van de drijvende oerkrachten des levens, welke hem in deze kunst trof, tracht Moore op een moderne wijze in eigen werk weer te geven.

Na jaren zoeken kwam hij ca 1928 tot een persoonlijke stijl, waarin hij de volgende principes verwezenlijkt:

1. Getrouwheid aan het materiaal, d.w.z. zich aanpassen aan en gebruik maken van de bijzondere eigenschappen van de te verwerken grondstof. 2. Nadruk leggen op het driedimensionale karakter der beeldhouwkunst. Hierbij ontdekte hij de waarde van de holte in het beeldhouwwerk, bestudeerde de vorm binnen een andere vorm en in samenhang met de natuur. Hij geeft de voorkeur aan a-symmetrie, die de grootst mogelijke veelzijdigheid van aspecten en levendigheid oplevert.
3. Intense en voortdurende bestudering van structuur en vormen der natuur, zowel de groei van levende organismen als ontstaan en gesteldheid van gesteenten, kristallen enz. met het doel de fundamentele vormen en het rhythme van het leven te ontdekken. Daarom blijft hij regelmatig schetsen naar de natuur.
4. Uitdrukking van een psychologisch, menselijk element in de abstracte vormen, waartoe o.a. de getrouwheid aan het materiaal hem dwingt.
5. Het werk moet een in zichzelf besloten vitaliteit bezitten, niet slechts expressie nabootsen.

Met een grote directheid, intellectuele scheppingskracht en doorzettingsvermogen werkt Moore zijn ideeën uit. Daarbij neemt hij meestal de menselijke figuur tot uitgangspunt. Telkens terugkerende onderwerpen zijn: moeder en kind en de liggende figuur. Zijn tijdens Wereldoorlog II gemaakte, zeer aangrijpende tekeningen van mensen in schuilkelders en tijdens bombardementen, getuigen van een diepe menselijkheid. Moore behoort tot de grootste beeldhouwers van deze tijd.

Bibl.: Shelter Sketchbook (London 1944).

Lit.: G. Grigson, H. M. Sculpture and Drawings, with an Introduction by Herb. Read (London 1944, 3de dr. 1949); J. J.

Sweeney, H. M. (1947, Museum of Mod. Art); J. P. Hodin en Margerit Underwood in Kroniek v. K. en K., Vernieuwer der beeldhouwkunst (Jan. 1950).

< >