Canadees generaal (Hamilton, Ontario, 28 Apr. 1888), werd in 1910 luitenant in de Canadese militie, nam in Frankrijk deel aan Wereldoorlog I en besloot daarna in het leger te blijven. Hij werd één van Canada’s kundigste militairen, die meermalen voor overleg naar Engeland werd gezonden.
Toen Wereldoorlog II uitbrak, kwam hij naar Londen, om aldaar deel uit te maken van het Canadese hoofdkwartier. Na de val van Frankrijk keerde hij naar Ottawa terug. Als chef van de generale staf trof hij voorbereidingen, om het Canadese leger voor nieuwe taken gereed te maken. In 1941 nam hij in Engeland het commando van de Tweede Canadese Divisie op zich, in 1943 dat van het Eerste Canadese Legercorps.
Nadat hij in Italië de Canadezen van het Achtste Leger had aangevoerd, kreeg hij het bevel over het Canadese Eerste Leger, dat in Juni 1944 deelnam aan de invasie in Normandië, over de Seine trok en langs de Kanaalkust naar België en Nederland oprukte. Hij leidde de operaties aan de Scheldemond, als gevolg waarvan de Duitsers Antwerpen moesten opgeven. In Mrt-Apr. 1945 bevrijdden zijn troepen Oost- en Noord Nederland.j. R. EVENHUIS.
