Nederlands theoretisch natuurkundige (Rotterdam 17 Dec. 1894), studeerde te Leiden en van 1916-’26 bij Bohr, te Kopenhagen, promoveerde bij Ehrenfest te Leiden in 1919, werd hoogleraar in de theoretische natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht in 1926, te Leiden in 1934. Hij is algemeen bekend om zijn belangrijk werk in de moderne quantumtheoretische natuurkunde en om het talent, waarmee hij ook moeilijke onderwerpen begrijpelijk weet te maken in voordrachten.
Vele binnen- en buitenlandse wetenschappelijke onderscheidingen vielen hem ten deel.Bibl.: (met H. Holst) De bouw der atomen (1928, 2de dr. 1930; bew. d. H. C. Brinkman, 1949); Die Grundlagen der Quantentheorie, 2 dln (i933-’37)
Lit.: Ned. Tijdschr. v. Natuurkunde, 11, 73 (1945).
