had plaats in 1528. Reeds tijdens de Zwingliaanse Reformatie predikte Berchtold Haller in 1522 zijn veranderde overtuiging te Bern; de raad beschermde hem tegen den bisschop van Lausanne en gaf in 1523 zijn eerste Evangelische ordonnantie.
De partijen wisselden vooreerst echter elkander af. Haller beëindigde Kerstmis 1526 de viering van de Mis na het godsdienstgesprek te Baden. In 1527 kwam te Bern het plan op om een godsdienstgesprek te houden, dat aan de kerkelijke chaos een einde zou moeten maken. De Katholieken waren er onvoldoende vertegenwoordigd doordat alleen debisschop van Lausanne de uitnodiging aanvaardde. Het had plaats van 6-26 Jan. 1528. Haller had de stellingen, waarover de strijd gaan zou, voorbereid.
Voorzitter was Vadianus, onder de aanwezigen zag men Zwingli zelf, Oecolampadius, Bucer, Gapito, Farel, Ambr. Blarer e.a. De Doopsgezinden werden uitgewezen, de Katholieken natuurlijk niet voor deze stellingen gewonnen, beelden en Mis echter afgeschaft, er had zelfs een beeldenstorm plaats en het volk bezwoer de Reformatie. De geestelijkheid moest buigen voor de nieuwe instellingen, die Bern ook op het land trachtte door te zetten. Synode en consistorium werden georganiseerd (1532), de omwenteling doortrok het gehele maatschappelijke leven. Bern werd in het Burgrecht of de combourgeoisie met Zürich en Constanz opgenomen.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK
Lit.: Aktensamml. zur Gesch. der Bemer Reformation: G. Tobler, Das Verhältnis v. Staat u. Kirche in Bern 1521-1527; Th. de Quervain. Kirchl. und Soz. Zustände in Bern 1528■536.