Italiaans sterrenkundige (Modena 25 Mrt 1786 - Florence 10 Apr. 1863), hield zich reeds vroeg bezig met het vervaardigen van optische instrumenten. In 1815 werd hij hoogleraar in de wiskunde in zijn geboortestad, in 1825 directeur van het hoger onderwijs en eindelijk in 1831 observator aan de sterrenwacht te Florence, in welke laatste betrekking hij ondersteund werd door zijn zoon Vincenzo, die later hoogleraar in de wiskunde werd te Pisa.
Reeds in de aanvang van de vorige eeuw vervaardigde hij een spiegeltelescoop met een brandpuntafstand van 2½ m en met een objectief van bijna 17 cm. Later leverde hij een kijker ter lengte van bijna 7 m met een middellijn van bijna 3 dm en in 1812 een telescoop met een holle en een in het middelpunt doorboorde vlakke spiegel. Zijn spiegelmicroscopen uit die tijd waren de beste, die men toen kende. Te Parijs bevindt er zich een van hem met 6 oculairen en 3 objectieven en met een vergroting van 17 millioen maal. De fotografische camera heeft hij aanmerkelijk verbeterd. Zijn polarisatietoestel was tot het waarnemen en meten van alle polarisatieverschijnselen bij uitstek geschikt. Daarenboven heeft hij belangrijke verhandelingen, benevens waarnemingen over de dubbelsterren, de wachters van Jupiter, de middellijn der zon, de omloop der sappen in de planten enz., in het licht gegeven. Bij de betrekking van observator verkreeg hij die van hoogleraar aan het Museo di storia naturale te Florence.Zijn naam is verbonden aan het nog in gebruik zijnde rechtziend prisma van Amici, dat een combinatie is van drie prisma’s, waarvan één van flintglas en twee van kroonglas, en dat de eigenschap heeft, dat het wel het licht in zijn spectrale bestanddelen ontleedt, maar het midden van het spectrum uit laat treden in dezelfde richting, als waarin het licht op het prisma valt.
Lit.: Atti del istituto botanico di Pavia, S. 2a, XI(1908), met bibl.; G. B. De Toni, G. B. Amici, in: Gli scienziati italiani (Roma 1923), I; V. Ronchi, Sopra gli obiettivi astronomici dell’Amici, in: Riv. d’Ottica, II (1922).