Een zeer merkwaardige, moeilijk te doorgronden vorm van criminaliteit is het driftmatig vergiftigen van mensen uit de eigen omgeving, dikwijls ook van kinderen, welke vorm alleen bij vrouwen wordt aangetroffen en wordt wel — waarschijnlijk terecht — vergeleken met de driftmatige brandstichting (pyromanie), de driftmatige fugues, de pathologische heimweereacties. Misschien zal het op den duur mogelijk zijn deze en verwante daden dieptepsychologisch te doorgronden.
Zeer opvallend is de drang tot herhaling van de daad. Opvallend is ook het hartstochtelijke gevoel ten opzichte van het vergif zelf; zo beschrijft Feuerbach een patiënte die vele moorden door vergiftiging begaan had en die steeds vergif bij zich droeg. Dit vergif werd haar bij de arrestatie afgenomen. Toen het vergif haar bij de terechtzitting werd getoond, was het of zij beefde van vreugde, met verrukte ogen keek zij er naar.
Dit alles maakt een libidineuze oorsprong van deze afwijking waarschijnlijk, waardoor deze daden vergeleken kunnen worden met perverse sexuele uitingen, ofschoon zij daarmee toch niet geheel gelijk te stellen zijn.