Hongaars prozaschrijver (Agard 3 Aug. 1863 - Eger 31 Oct. 1922), was aanvankelijk dorpsonderwijzer, daarna journalist. Aangemoedigd door zijn succes, begon hij zich geheel aan de letterkunde te wijden.
Behalve korte novellen en schetsen verschenen van hem historische romans: o.a. uit de Turkenoorlog en uit de legendarische tijd van Attila. Zijn derde roman Az a Latalmas harmaditz (De Machtige Derde, 1903) is als een fijne analyse van de vrouwenziel te beschouwen. Ook zijn humoristische boerencomedie A bor (De wijn, 1901) is algemeen geliefd.