Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Gerardus johannis MULDER

betekenis & definitie

Nederlands scheikundige (Utrecht 27 Dec. 1802 - Bennekom 18 Apr. 1880), sedert 1841 hoogleraar in de chemie te Utrecht, is vooral bekend geworden door zijn onderzoekingen op het gebied der organische chemie, en met name door zijn studiën over de proteïnen. Mulder was een in zijn tijd zeer bekende, maar militante persoonlijkheid; hij heeft talrijke geschriften het licht doen zien, waarvan vele thans geen andere dan historische betekenis meer hebben.

Zijn voornaamste werk was Proeve eener algemeene physiologische scheikunde (1843-1850, Duitse vert. 1844-1851, Eng. vert. 1849).Lit.: J. M. van Bemmelen, Bijdr. t. d. wetensch. biogr. v. G. J. M. (1901); W. Labruyère, G.

J. M. (1802-1880), diss. Leiden (1938); E. Cohen, Wat leeren ons de archieven omtrent G. J. M. ? (Amsterdam 1948, Verh. der Kon.

Akad. v. Wetens., afd. Natuurk., 1ste sectie, XIX, 2).

< >