(J. G.
Jofriet), Nederlands dichter (’s-Gravenhage 3 Juni 1900), werkte enige tijd bij Philips te Eindhoven, werd vervolgens ambtenaar bij de P.T.T. Tijdens de oorlog nam hij ontslag; sindsdien wijdt hij zich geheel aan literair werk. Met Aafjes, Achterberg en Vasalis behoort G. den Brabander tot de bekendste dichters van de generatie, die ca 1935 in de literatuur aan het woord kwam en die zich aanvankelijk groepeerde om het tijdschrift Criterium, dat in 1939 te Amsterdam werd opgericht.Bibl.: gedichtenbundels: Vaart (1932); Cynische portretten (1934); Gebroken Lier (1937); Opus V (1937); Drie op een perron, in samenwerking met Jac. van Hattumen Ed. Hoornik (2 dln 1939, 1940); Materie-man (1940); De verduisterde dichter (1942) ; De nieuwe Adam, poëtische dialoog in 3 bedrijven (1941) ; De deur op het haakje (1941) ; Later . . . beter! (1944) ; Gelaarsde lier (1944); Sonnetten (1946); Eroica in zakformaat (1946); De Steenen Minnaar (1947); Parijsche sonnetten (1948); Morbiede Mei (1948).
