Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Gerard casimir ubaghs

betekenis & definitie

Nederlands wijsgeer (Berg-en-Terblijt 26 Nov. 1804 - Leuven 15 Febr. 1875), werd in 1824 priester gewijd en werd in 1834 hoogleraar te Leuven. Door zijn verbinding van traditionalisme (zoals dat was verdedigd door de Lamennais en de Bonald) en ontologisme meende Ubaghs een vaste basis te bezitten voor een wijsbegeerte die, ook ten voordele van het Katholieke geloof, aan het rationalisme en aan het Krausisme (in België toen door Ahrens en Tiberghien verdedigd; z Krause K.

C. F.) weerstand zou kunnen bieden. Zijn systeem werd in 1866 door het kerkelijke gezag veroordeeld.In de eerste phase van zijn denken is Ubaghs sterk traditionalistisch gezind: grondslag van onze menselijke zekerheid is het „natuurlijk of wijsgerig geloof”; wij nemen daardoor spontaan aan, dat onze aangeboren ideeën de eeuwige waarheid betrouwbaar uitdrukken en dat onze kennis van de dingen buiten ons met de werkelijkheid overeenkomt. Een actuele en ontwikkelde kennis van de aangeboren ideeën verkrijgen wij eerst door het „sociale onderricht” en de opvoeding. Dit sociale onderricht gaat dan uiteindelijk terug op een openbaring Gods aan de eerste mensen.

Omstreeks 1852 voltrekt hij zijn overgang tot het ontologisme: de idee van het Oneindige Zijn is het eerste wat onze geest aanschouwt. De kennis van het eindige is van deze eerste kennis slechts een beperking. De eeuwige waarheden en de dingen rondom ons schouwen wij rechtstreeks in God. Het „natuurlijk of wijsgerig geloof” is geen fundament meer voor onze kenniszekerheid; deze is nu in de directe aanschouwing in God gegeven. De idee van het Oneindige Zijn is direct gegeven, bezit daarom objectieve waarde. Alle andere argumenten voor het godsbestaan kunnen alleen deze zekerheid bevestigen.

Bibl.: Logica (1834); Ontologia (1835); Theodicea (1841; in de 3de uitg. van 1852 overgang tot het ontologisme); Anthropologia (1848); De la nature de nos idées (1851); De quelques principes de métaphysique générale de S. Thomas d’Aquin (1866).

< >