Gottorps, later Zweeds staatsman (1668 Stockholm 12 Mrt 1719), trad in hofen staatsdienst bij zijn landsheer, de Gottorpse hertog Frederik IV en na diens dood bij de hertogin-weduwe Hedvig Sophie, de zuster van de Zweedse koning Karel XII uit hst van oudsher met de Gottorpers in gemeenschappelijke vijandschap tegen Denemarken verbonden Paltsische huis. Na de terugkeer van de koning uit het rijk van de Sultan (1714), in het door de verbondenen belegerde Stralsund, trad hij in Zweedse dienst, en wendde hij krachtdadige pogingen aan om voor zijn nieuwe meester nog te redden wat te redden viel.
Karel XII benoemde hem in 1716 tot gezant in de Republiek. Daar moest hij trachten leningen te sluiten. Bevreesd waren toentertijd niet alleen de koning-keurvorst, maar ook het Whig-ministerie voor de toenemende invloed van de tsaar in het Duitse Rijk en aan de Oostzee, voor een toenadering tussen Zweden en Rusland, en het aanknopen van betrekkingen van de Zweedse gezanten in Den Haag en Londen met de aanhangers van het verdreven HuisStuart. Uit de door de Engelse regering onderschepte en gepubliceerde briefwisseling van von Görtz met zijn Londense ambtgenoot Gyllenborg bleek, dat hij in relatie stond tot de Jacobieten. Beide partijen hadden nog wel niet een plan van actie opgesteld — von Görtz wilde vooral van de pretendent geld hebben —, maar toch drong de Engelse regering er bij die van de Republiek op aan von Görtz gevangen te nemen — zelf arresteerde zij Gyllenborg —, omdat zij wilde beletten, dat hij besprekingen zou voeren met de tsaar, die in 1717 Nederland bezocht, en zij de Republiek nauwer aan zich wilde verbinden, in geval een actie tegen Zweden nodig bleek. De Magistraat van Arnhem, waarheen von Görtz de wijk had genomen, nam hem gevangen; het arrest werd overeenkomstig de wens van de Engelse regering opgeheven, toen de Zweedse koning zijn beide gezanten had gedesavoueerd; maar toch gelukte het von Görtz, vóór zijn terugkeer, op Het Loo met de tsaar een onderhoud te hebben, en in 1718 confereerden von Görtz en Gyllenborg met de Russen op de Alandseilanden.
Hadden deze besprekingen tot een goed einde gevoerd, dan was, vermoedelijk tot Zwedens heil, geschied, wat eerst een eeuw later plaats greep: de afstand van Finland aan Rusland en, ten koste van Denemarken, de vereniging van Noorwegen met Zweden. Maar tevoren sneuvelde Karel XII tijdens het beleg van de citadel van hetNoorse Frederikshald (^Noordse oorlogen). Zijn jongere zuster en opvolgster, getrouwd met de Hessische landgraaf Frederik I, Zweeds generaal, liet von Görtz gevangen nemen; hij werd ter dood veroordeeld en het vonnis werd in het jaar d.a.v. te Stockholm voltrokken.DR W. VAN EEDEN
Lit.: Th. Bussemaker, De arrestatie van Gyllenborg en Görtz in 1717 (Tijdschr. v. Gesch., XVI, 1901).