(sinds 1775 Freiherr von), Duits-Frans publicist en rationalistisch filosoof (Regensburg 25 Dec. 1723 Gotha 19 Dec. 1807), studeerde te Leipzig en begaf zich in 1748 als gouverneur bij de familie von Schomberg naar Parijs, waar hij sedert 1753 als vertrouwde van Rousseau, Diderot en Mad. d’Epinay de belangrijke culturele bemiddelaarsfunctie van literair correspondent vervulde. Iedere 14 dagen zond hij aan een aantal Duitse en Noordse hoven een critisch bericht, waarin hij de nieuwste werken van de Franse literatuur besprak.
Hoe belangrijk dit werk, ook uit politiek-propagandistisch oogpunt, werd beschouwd, blijkt uit de omstandigheid dat Catharina II van Rusland hem hogelijk onderscheidde en dat hij in 1776 ook een diplomatieke functie verkreeg nl. die van gevolmachtigd minister van Saksen-Gotha. Toen de Revolutie een eind maakte aan de aristocratisch-cosmopolitische betrekkingen tussen Frankrijk en het overige Europa, keerde Grimm naar Duitsland terug.Bibl.: Correspondance littéraire, philosophique et critique 17531790, die tot 1768 alleen door Grimm gevoerd werd, daarna met behulp van Diderot, Mad. d’Epinay en Meister: voll. uitgeg. door Maurice Tourneux, 16 dln, I878-’82.
Lit.: E. Scherer, Melchior G. (Paris 1887); Georges, G. als Kritiker (1904); Rubensohn, Die Correspondance littéraire unter F. M. G. und Heinrich Meister (1917); André Gazes, Gr. et les Encyclopédistes.
Thèse. (Toulouse 1934); Idem, Correspondance inédite 1791-1801 du Baron Gr. au Comte de Findlater (1935); J. R. Smiley, Diderot and G., A literary friendship, diss. Columbia (1948).