Nouveaux Etablissements Calvé-Delft (Nederlandse N.V.), te Delft vinden haar oorsprong in 1897, toen de in 1883 opgerichte N.V. Nederlandsche Oliefabriek (N.O.F.) te Delft en de in 1868 gestichte fa E.
Calvé & Gie te Bordeaux zich fusionneerden. De N.V. had al vroeg het belang er van ingezien, zich een plaats te veroveren bij de handel op Senegal en naburige landen, vooral met het oog op de grondnotenvoorziening.In 1928 werd opgericht de N.V. Maatschappij tot exploitatie der Oliefabrieken Calvé-Delft met een kapitaal van ƒ 1 000 000, waarin de oude maatschappij deelnam voor 45 pct en een Franse dochteronderneming voor 5 pct. Het gehele bedrijf van de Frans-Hollandse Oliefabrieken, waarin uit grondnoten en copra als hoofdproducten spijsoliën en -vetten en veekoeken worden vervaardigd, werd aan de nieuwe werkmaatschappij overgedragen. Een en ander was uitvloeisel van bepaalde overeenkomsten met de N.V. Margarine Unie (thans Lever Bros & Unilever), die, naar algemeen wordt aangenomen, o.a. verpachting van het bedrijf van Calvé-Delft aan het Unileverconcern inhouden. Door de uitermate sobere verslaggeving is de N.V. in een zeker waas van geheimzinnigheid gehuld. De twee belangrijkste balansposten per uit. ’48 zijn Aandelen in andere ondernemingen met ƒ 11 745 736 en Vorderingen op de Mij. tot exploitatie der Oliefabrieken Calvé-Delft met ƒ 7 148 719, terwijl de balanstelling ƒ20 906 011 bedraagt. Het kapitaal der N. V. bestaat uit ƒ 11 898 480 gewone en ƒ 6 000 000 6 pct cumulatief preferente winstdelende aandelen.
L. VAN ZWOL