Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Erich freund bernard

betekenis & definitie

hertog van SAKSEN-MEI NiNGEN (Meiningen 17 Dec. 1800 - 3 Dec. 1882), stond als vrijzinnig vorst hoog aangeschreven. Hij ijverde evenzeer voor de Duitse eenheid, als tegen het militairisme van Pruisen.

Hij koos in 1866 de zijde van Oostenrijk en berokkende daardoor aan zijn land een inval der Pruisen. Ook bij de vredesonderhandelingen toonde hij zo weinig lust, om tot de Noordduitse Bond toe te treden, dat de Pruisische troepen de 19de Sept. Meiningen weer binnenrukten, waarna hij de volgende dag ten gunste van George afstand deed van de regering. — van SAKSEN-WEIMAR, protestants veldheer uit de Dertigjarige Oorlog (Weimar 16 Aug. 1604 Neuenburg, in Baden 18 Juli 1639), was de jongste zoon van hertog J ohanlll.ln 1625 werd hij kolonel in dienst van koning Christiaan IV van Denemarken. In 1627 in Holstein verslagen, zocht hij de vergiffenis van den keizer te verkrijgen en deed daarna een reis door Nederland, Engeland en Frankrijk, om zich op de krijgskunde toe te leggen, woonde het beleg bij van ’s-Hertogenbosch en begaf zich vervolgens weder naar Weimar. In 1630 schaarde hij zich aan de zijde van Gustaaf Adolf en onderscheidde zich o.a. op 24 Aug. 1632 bij de bestorming van Wallenstein’s kamp bij Neurenberg. In de slag bij Lützen (6 Nov. 1632) voerde hij bevel over de linkervleugel en na het sneuvelen van Gustaaf Adolf — zoals te voren bepaald was — over het gehele leger.

Daarna maakte hij zich meester van geheel Saksen, veroverde 6 Nov. 1633 Regensburg en verwierf van den Zweedsen Rijksbestuurder Oxenstierna het hertogdom Frankenland in leen. De 6de Sept. 1634 leed hij bij Nördlingen een beslissende nederlaag, waardoor de macht der Zweden in Duitsland gebroken en Bernhard van zijn hertogdom beroofd werd. Wel zag hij zich, op aandrang van Frankrijk, benoemd tot opperbevelhebber van het leger aan de Rijn, maar wegens de argwaan, die Oxenstiema tegen hem koesterde, trad hij te St Germain-en-Laye (27 Oct. 1635) in dienst van Frankrijk. Hij zou in Franse dienst en in Franse soldij een Duits leger van 18000 man aanvoeren en als beloning de Elzas in bezit krijgen. Zijn succesvolste jaar werd 1638. Reeds in Jan. rukte hij naar de Rijn, trok er over, belegerde Rheinfelden en dwong de keizerlijken onder Savelli en von Werth, die de stad trachtten te ontzetten, tot capitulatie.

Nadat hij vervolgens Rheinfelden, Reuteln en Freiburg ingenomen had, maakte hij zich gereed, om het sterke Breisach te belegeren. Vruchteloos deed men te Wenen al het mogelijke, om de krijgskans te doen keren: Bernhard behaalde op het Oostenrijks-Beierse leger onder Götz bij Wittenweier (30 Juli 1638) een glansrijke overwinning en nam Breisach 7 Dec. 1638 in. Waarschijnlijk, omdat hij die plaats tot het middelpunt wilde verheffen van een eigen, onafhankelijk rijk, dacht hij er niet aan de stad aan Frankrijk uit te leveren. Bij de voorbereiding van een nieuwe veldtocht kwam hij plotseling te overlijden (volgens sommigen vergiftigd). Zijn veroveringen vervielen aan Frankrijk, zijn regimenten aan Zweden.Lit.: G. Droysen, B. v. S.-W. (1885); Thoma, B. v. W. (1904); De Noailles, B. de S.-W. et la réunion de 1’Alsace k la France (1908).

< >