(Karel), Vlaams schilder (Brussel 19 Nov. 1846-Parijs 11 Dec. 1933), studeerde onder Portaels aan de Academie in zijn geboortestad. Hij behoorde tot het gevolg van keizerin Eugénie, toen zij aan boord van het oorlogsschip „La Guyanne” de plechtige opening van het Suezkanaal ging bijwonen.
Op deze wijze maakte hij kennis met Fromentin, Duruy, Théophile Gautier en Emile de Laveleye en ontdekte het Nabije Oosten. Zo ontstond het Panorama van Cairo, thans in het Jubelpark te Brussel. Hij begon als historieschilder en verwierf grote bekendheid met De Waanzin van Hugo van der Goes. Hij decoreerde de trapzaal in het stadhuis te Brussel. Zijn grootste doek is wel Sobieski komt Wenen ontzetten (6,80 m X 6,85 m). Vaii 1900 af was hij nagenoeg uitsluitend portretschilder (portretten van prinses Clémentine, baron Lambermont, kardinaal Goossens, gravin de Montesquiou-Fezensar, mevr. de Somzée). Hij vestigde zich later te Parijs en maakte daar hoofdzakelijk pastelportretten van dames uit voorname kringen. PROF. DR J. MULS
Lit.: Pol de Mont, De Schilderkunst in België van 1830 tot 1921 (s-Gravenhage 1921); G. van Zype, Cat. rétrospective E. W. (Bruxelles 1934); P. Col in, La Peinture en Belgique (Bruxelles 1930) ; J. Muls, Een Eeuw Portret in België (Diest 1945).