doorgaans „de heilige maagd” of „de non van Kent” genoemd (Aldington in Kent ± 1506-Tyburn 20 Apr. 1534), verwierf omstreeks 1525 door dweepzieke taal de naam van profetes. De pastoor te Aldington, Richard Master, en Boeking, kanunnik te Canterbury, bedienden zich van haar als werktuig, om tegen de ketters te prediken en tegen de door Hendrik VIII voorgenomen echtscheiding van Gatharina van Aragon.
Zelfs de voornaamste partijhoofden, die zich aan de zijde van den paus en van de koningin hadden geschaard, zoals aartsbisschop Warham, van Canterbury, en bisschop Fisher, van Rochester, geloofden in de zienersgave der jonge vrouw. Zij verkondigde, dat Hendrik VIII, zo hij zich van Catharina liet scheiden, slechts korte tijd de troon bezetten en daarna een smadelijke dood sterven zou. De maagd en haar medestanders werden gevat en in verhoor genomen; zij beleden het gepleegde bedrog en werden aanvankelijk tot kerkelijke boete en gevangenisstraf veroordeeld, doch toen de gisting aanhield, werd Elizabeth wegens hoogverraad terechtgesteld, evenals Master, Boeking e.a.Lit.: A. D. Cheyney, The Holy Maid of Kent (Transactions of the Roy. Hist. Soc. N.S. XVIII).