Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Eduard FRAENKEL

betekenis & definitie

een der belangrijkste klassiek-philologen van onze tijd (Berlijn 17 Mrt 1888), studeerde te Berlijn, Rome en Göttingen, werd in 1920 hoogleraar te Berlijn, vervolgens achtereenvolgens te Kiel, Göttingen en Freiburg i. Br.

In 1934 volgde een benoeming tot Bevan Fellow van Trinity College in Cambridge, in 1935 tot Corpus Christi professor of Latin in Oxford.Bibl. (voornaamste geschriften): Plautinisches im Plautus (Berlin 1922); Iktus und Akzent im lateinischen Sprechvers (Berlin 1928). Een uitvoerige commentaar op Aeschylus’ Agamemnon is in druk.

< >