(Louis-Emile) Frans schrijver en criticus (Parijs 5 Juni 1833 - Dubois 9 Apr. 1880), waarschijnlijk een zoon van P. Mérimée*.
Hij had met zijn meeste romans en novellenbundels weinig succes en deze zijn ook niet belangrijk. Daarentegen onderscheiden zijn beide eerste boeken: Le Malheur d’Henriette Gérard (1860) en La Cause du Beau Guillaume (1862) zich door zo’n buitengewoon scherpe psychologische analyse der hoofdfiguren, dat ze, geschreven in een sobere, alle rhetoriek vermijdende stijl in de trant van Stendhal, niet verbleken naast de grote werken uit de romanproductie van de igde eeuw.Bibl.: Les Combats de Françoise du Quesnoy (1872), roman; 3 bundels novellen: Les Six Barons de Sept-Fontaines (1878) ; Les Pays des Arts (1881) ; Les Séductions du Chevalier Navoni (1877) ; een bundel critieken: La Nouvelle Peinture (1876). Een goede herdr. van La Cause du Beau Guillaume (1920).
Lit.: P. Martino, Le Roman réaliste sous le Second Empire (Paris 1913); A. Lelarge, La Jeunesse de D. (Les Marges, JuinJuillet 1936).