is in de natuurkunde een spiegel of stel tot een prisma verenigde spiegels, die men met grote snelheid om een as kan laten draaien. Een lichtend punt wordt in deze spiegel tot een lijn uitgerekt ten gevolge van de nawerking van de lichtindruk op ons oog.
Is echter de lichtbron intermitterend en wel met kleine tussenpozen, zodat, direct gezien, het licht bestendig schijnt, dan bemerkt men in de roterende spiegel de onderbrekingen, en, daar de omdraaiingssnelheid bekend is, kan men binnen nauwe grenzen de duur van de onderbrekingen bepalen. Beziet men een lichtvlek, die snel heen en weer trilt in een richting, die samenvalt met de draaiingsas van de spiegel en die zonder spiegel het uiterlijk heeft van een streep, in de draaiende spiegel, dan vertoont zij zich als een golflijn. De regelmaat of storingen in de heen en weer gaande beweging kunnen dan worden beoordeeld (zie oscillograaf).