Nederlands staatsman (Leiden ca 1500 - Rhoon 1577), was de zoon van een schout van Leiden en werd in 1541 zelf schepen en lid van de vroedschap. Als lid van de Ridderschap werd hij in 1572 een der Raden nevens Z.Exc. en daardoor tijdens het beleg de aangewezen raadsman van de magistraat.
Met zijn neef Jan en Jan van Hout droeg hij veel bij tot het standvastig doorstaan van het beleg, al was hij te oud om er actief aan deel te nemen; na de dood van Bronkhorst trad hij op als waarnemend gouverneur. Na het ontzet bleef hij als gouverneur voor de prins werkzaam.Lit.: R. Fruin, Verspr. Geschr. II: Het beleg en ontzet van Leiden (1900).