Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DOCTOR ECCLESIAE

betekenis & definitie

of Kerkleraar is een officiële eretitel die door het kerkelijk oppergezag van Rome uitdrukkelijk toegekend wordt aan sommige heiligen, die door het omschrijven en verkondigen van de ware christelijke leer, door hun grote geleerdheid en heilige levenswandel hebben uitgemunt. De Grieken kennen in hun liturgische boeken enkel drie grote kerkleraars van het Oosten, t.w.

Basilius de Grote (gest. 379), Gregorius van Nazianze (gest. 389/390) en Johannes Chrysostomus (gest. 407). Rome heeft bij deze nog Athanasius de Grote (gest. 373) gevoegd. Sedert de 8ste eeuw gelden als de vier grote kerkleraars van het Westen de H. Ambrosius (gest. 397), Hieronymus (gest. 420), Augustinus (gest. 430) en Gregorius de Grote (gest. 604). In de St Pieterskerk te Rome staan rondom de „cathedra”, meer dan levensgroot, Ambrosius en Augustinus, Athanasius en Chrysostomus, als vertegenwoordigers van het Westen en van het Oosten.Sedert het Concilie van Trente werden nog tot Doctor Ecclesiae uitgeroepen: Thomas van Aquino, door Pius V; Bonaventura, door Sixtus V; Anselmus van Canterbury, door Clemens XI; Isidorus van Sevilla, door Innocentius XIII; Petrus Chrysologus, door Benedictus XIII; Leo de Grote, door Benedictus XIV; Petrus Damianus, door Leo XII; Bernardus van Clairvaux, door Pius VIII; Hilarius van Poitiers, Alfonsus van Liguori en Franciscus van Sales, door Pius IX; Cyrillus van Jerusalem, Cyrillus van Alexandrië, Johannes Damascenus en Beda Venerabilis, door Leo XIII; Ephrem de Syriër, door Benedictus XV; Petrus Canisius, Johannes van het Kruis, Robertus Bellarminus en Albertus de Grote, door Pius XI; ten slotte Antonius van Padua, door Pius XII, op 14 Jan. 1946. Met de titel van Doctor Ecclesiae zijn bepaalde liturgische voorrechten verbonden, t.w. het eigen misformulier In medio Ecclesiae en Credo. Het feit dat een heilige tot kerkleraar wordt uitgeroepen beduidt niet dat alles in zijn geschriften voor onfeilbaar zeker moet gehouden worden, maar betekent enkel dat zijn geschriften richting aanduidend zijn voor het ware geloof en het Christelijk leven.

PROF. DR MAG. W. ONCLIN

< >