Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIVISIE (oorlogsorganisatie)

betekenis & definitie

was voor Wereldoorlog II de kleinste zgn. zelfstandige gevechtseenheid, d.w.z. de kleinste eenheid, waarin verschillende wapens waren samengevoegd en die met de nodige middelen was uitgerust om zelfstandig het gevecht te voeren. Na Wereldoorlog II deed zich de vraag voor of de divisie, zoals deze zich ontwikkeld had, nog wel de kwaliteiten bezat om als „kleinste” zelfstandige gevechtseenheid op te treden.

De oorzaak hiervan was, dat de divisie door de sterk geperfectionneerde bewapening en de grote hoeveelheden motormaterieel over grotere frontbreedten kon optreden, waaruit de technische noodzakelijkheid voortvloeide dit optreden te doen geschieden in uit verschillende wapens samengestelde gevechtsgroepen. De thans nog niet opgeloste vraag is nu of deze gevechtsgroepen als organisatorische verbanden moeten worden opgenomen.

Voor Wereldoorlog II
was de Nederlandse oorlogsdivisie, in tegenstelling bijv. met de Duitse infanteriedivisie, voor aan- en afvoer en verzorging aangewezen op het legerkorps. Overigens bestond deze divisie uit staf, verbindingsafdeling, 3 regimenten infanterie, 1 mitrailleurcompagnie, 1 regiment veldartillerie, 1 compagnie pioniers. Het eskadron wielrijders, hetwelk aanvankelijk als verkenningsafdeling aan de divisie was toegevoegd, werd in de mobilisatie 1939, opgenomen in het regiment huzaren, zijnde de verkenningsafdeling van het legerkorps, waartoe de divisie behoorde. Behalve de normale divisies — elders infanteriedivisies geheten — kende de Nederlandse oorlogsorganisatie nog de lichte divisie, zijnde een grote eenheid, bestemd voor strategische verkenning en versluiering, waarvan deel uitmaakten o.m. 2 regimenten wielrijders, 2 regimenten huzaren motorrijders, 2 eskadrons pantserwagens en het korps rijdende artillerie.

In het buitenland kende men behalve de infanteriedivisie en de lichte divisie nog de pantserdivisie en de gemotoriseerde divisie. De gemotoriseerde divisie was een infanteriedivisie, waarbij de infanterie werd vervoerd op al dan niet voor het terreinrijden ingerichte vrachtauto’s en alle hulpwapens volkomen gemotoriseerd waren. Dikwijls was een klein vechtwagenverband bij de gemotoriseerde divisie ingedeeld. De pantserdivisie was een eveneens geheel gemotoriseerde divisie, doch hierbij waren onder gelijktijdige vermindering van de infanteriesterkte, krachtige vechtwagenverbanden ingedeeld. De Duitse pantserdivisie van 1940 kende bijv. een verhouding van 1 : 3 voor de verhouding infanterie-eenheden vechtwageneenheden.

Enkele legers beschikten nog over cavaleriedivisies, zijnde divisies, waarbij het gros werd gevormd door bereden formaties. Bij het uitbreken van Wereldoorlog II bleek, dat Duitsland de beschikking had over een parachutistendivisie en een luchtlandingsdivisie. Bij de eerste divisie werden de infanteristen per parachute afgeworpen; bij de tweede divisie werden de troepen met vliegtuigen vervoerd en na landing gedebarkeerd.

Zoals in elke oorlog het geval is, gaf ook Wereldoorlog II een sterke specialisatie van eenheden te zien. Er werden niet alleen divisies gevormd voor speciale gevechtsterreinen (Noord-Afrika, Stille Zuidzee), doch ook divisies met sterk gespecialiseerde opdrachten (parachutistenen luchtlandingsdivisies, artillerie-divisies, luchtafweerdivisies). Zeer merkwaardig is de ontwikkeling van de pantserdivisie gedurende deze oorlog. Eveneens belangwekkend is de invloed, welke het verschepingsprobleem en het „manpower”-probleem hadden op de organisatie van de in Europa optredende Amerikaanse divisies gedurende deze oorlog. Deze divisies bezaten nl. een zorgvuldig uitgewerkt minimum aan personeel en voertuigen bij een maximale vuur- en stootkracht.



Na Wereldoorlog II
beweegt zich het probleem van de meest gewenste organisatie van de divisie langs verschillende lijnen. In de eerste plaats openbaart zich een streven naar het vormen van een eenheidsdivisie, de gebruikelijke reactie op de sterke specialisatie van de oorlog. Bedoeld streven wordt tot uitdrukking gebracht bijv. in het zoeken van de Amerikanen naar een organisatie van een divisie, die zowel door de lucht als overzee kan worden verplaatst en toch voldoende mogelijkheden bezit om het gevecht te kunnen voeren. Voorts valt er een neiging te onderkennen de begrippen pantserdivisie en infanteriedivisie te doen samenvallen door enerzijds de pantserdivisie zoveel infanterie te geven, dat zelfstandige gevechtsvoering ook bij defensieve opdrachten mogelijk is en anderzijds de infanteriedivisie zodanig te motoriseren en van vechtwagens te voorzien, dat zij de organisatie van de pantserdivisie benadert. Van een eindpunt in beide vorengenoemde ontwikkelingsgangen is nog geen sprake.

De moderne infanteriedivisie omvat ongeveer dezelfde hoeveelheid infanterie als voor Wereldoorlog II — zij het dan, dat deze sterker bewapend is — voorts meer artillerie (72 vuurmonden, tegen voor de oorlog veelal 48 vuurmonden); luchtdoelartillerie (veelal vuurmonden van 2 en 4 cm); pantserafweerartillerie; pioniers, verkenningsorganen, verzorgingseenheden met inbegrip van autotreinen enz. De Amerikaanse divisie heeft in haar organisatie middelbare vechtwagens opgenomen, doch mist daarentegen de pantserafweerartillerie. Opmerkelijk is, dat in de organisatie van de moderne divisie veel aandacht wordt besteed aan de verzorgingseenheden en niet het minst aan de onderdelen van de geneeskundige dienst. Van veel belang is voorts de militaire politie die tevens als verkeerregelend orgaan functionneert.



Vredesorganisatie

Voor Wereldoorlog II kende het Nederlandse leger de divisie als formatie in vredestijd. De vredesdivisie, bestaande uit 2 brigades infanterie en 1 brigade artillerie, vormde de kern voor het hieruit bij mobilisatie te formeren oorlogsonderdeel.

MAJ. J. J. WIJNSOUW

Bij oorlogsschepen bestaat de divisie uit twee of meer, maar in de regel niet meer dan vijf schepen van hetzelfde type of dezelfde klasse, welke tot één verband zijn samengevoegd en onder één bevelhebber gesteld.

Sedert de voorlopige reorganisatie van Dec. 1948 is in België de infanteriedivisie in vredestijd samengesteld uit: een hoofdkwartier; een infanteriebrigade van 3 bataljons; een verkenningsregiment (Recce); een regiment veldartillerie van 3 groepen; een regiment luchtafweer-artillerie van 2 groepen; een compagnie Genie; een bataljon seintroepen; een compagnie vervoertroepen (RASC); een compagnie reparatietroepen (Reme); een veldambulance; een compagnie militaire politie. Enkele van deze eenheden zijn in vredestijd slechts gedeeltelijk ingericht. Bij mobilisatie zou de getalsterkte en het getal van de eenheden vermeerderd moeten worden.

KOL. E. L. WANTY

< >