In de wapenkunde behoren dieren tot de vroegste stukken. Nagenoeg alle vanouds bekende dieren worden als stukken gebruikt, eveneens hun delen.
Zij komen meestal faas- of paalsgewijs voor, doch ook wel in een andere houding, echter zoveel mogelijk in de hun karakteriserende stand en steeds heraldisch-rechts gewend.Van de viervoetige dieren is de leeuw de voornaamste, en van de delen der viervoeters komen het meest voor: halve dieren, klauwen en koppen. Onder de vogels is de adelaar de eerste en de meest voorkomende; delen der vogels zijn halve vogels, klauwen, koppen, veren, vluchten en halve vluchten. De voornaamste vis is de dolfijn; verder komen nog voor andere zeedieren, als kreeft enz., kruipende dieren, amphibieën, insecten enz.
Men onderscheidt bij de dieren de wapens, als hoorns, klauwen, nagels en tanden, die in de regel van ander email zijn; ook de ogen, poten, schubben, staart, tong, veren enz. kunnen van ander email zijn. De standen zijn zeer verschillend en komen overeen met de natuur van het dier, als hardlopend, klimmend, kruipend, liggend, lopend, neergedaald, neergehurkt, opstijgend, rennend, stappend, vliegend, zwemmend enz. Bijzondere kenmerken, aan de aard van het dier ontleend, zijn: kraaiend, op zijn hoede, pronkend, woedend enz. Zij kunnen verder zijn dood, dubbel, gehalsband, geketend, gemuilband enz.
