Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Den NEDERDUYTSCHEN HELICON

betekenis & definitie

een in 1610 te Haarlem uitgegeven bloemlezing van ongedrukte gedichten, die ondanks de ondertitel („eygentlijk wesende een Maetdicht beminders Lusttooneel”), waaruit men geneigd is te concluderen tot een manifest van de nieuwe Renaissancekunst, nog heel veel bevat, dat stamt uit de oude rhetoricale school. Door dit hybridisch karakter draagt de bundel het typische stempel van zijn geestelijke vader, Karel van Mander.

Naast vele dichtproeven van deze „leider” zelf en van de eigenlijke uitgever Jac. van der Schuere en van de Leidse factor Jacobus Celosse bevat Den Nederduytschen Helicon ook werk van zuivere renaissancisten als Janus Dousa en Daniel Heinsius. Het is vooral de Franse Pléiade geweest, die het bonte dichtgezelschap heeft geïnspireerd.Bibl.: Uit den N.H., fragmenten uitg. d. C. G. N. de Vooys en P. Valkhoff (Groningen 1920, Documenten en kl. teksten 5).

Lit.: G. Kalff. Gesch. derNed. Lett. in de 16de eeuw, II (1889), blz. 265 e.v.; Jan te Winkel, in Tschr. v. Ned. Taal- en Lett. 18 (1899), blz. 241 e.v.; R.

Foncke, ibidem 37 (1918), blz. 261 e.v.; R. Jacobsen, Carel van Mander enz. (Rotterdam 1906), blz. 214 e.v.

< >