oudtijds gordijn (nog in art. 580 B.W.) genoemd, is in de vestingbouw de rechte of licht gebroken wal tussen twee nevenliggende bastions. Meestal wordt de courtine door een daartegenover in de vestinggracht liggend werk, een ravelijn, gedekt.
Voor de bepaling van de lengte van de courtine van een vestingfront volgens het Oud- of het Nieuwnederlandse stelsel, z vestingbouw.