(1) een der Centraal Polynesische sporaden, 2° N.Br., 157 W.L.v.Gr., ontdekt door Cook in 1777, de grootste atol in de Grote Oceaan met een omtrek van 160 km en 607 km oppervlakte, een onherbergzaam eiland, daar er bijna geen water is. Het telde in 1944: 42 bewoners.
De fosfaatproductie is er van betekenis.(2), eiland in de Indische Oceaan op io° 30' Z.Br. en 105° 40' O.L. v. Gr. Het eiland, dat een gezond klimaat heeft, is 161 km8 groot; de vorm is onregelmatig, de grootste lengte bedraagt ca 17,7 km, de geringste breedte ca 7,2 km. Het eiland is vooral bekend door de phosphaatlagen, die aan de kust voorkomen en geëxploiteerd worden door de Christmas Island Phosphate Company (uitvoer in 1940: 238000 ton).
De bevolking, die vrijwel geheel in dienst is van de C.I.P.Cy, telt 1440 zielen, waarvan 1192 Chinezen, 149 Maleiers, 71 Indiërs en 28 Europeanen. Op 6 Juni 1888 annexeerde Engeland formeel het eiland; in 1889 kwam het te ressorteren onder een gouverneur van de Straits Settlements. In 1900 werd het geïncorporeerd in de Settlement van Singapore; het bestuur berust bij een districtofficer van de Malayan civil service.
H. A. BOMER.