Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Charles van LERBERGHE

betekenis & definitie

Frans-Belgisch dichter (Gent 21 Oct. 1861 -Brussel 26 0ct. 1907), leerling van het S. Barbara-College te Gent, wijdde zijn bestaan aan de poëzie.

Hij verbleef enige tijd in Engeland, Duitsland en Italië, maar leefde vooral te Brussel en de laatste jaren te Bouillon aan de Semois, vol bewondering voor de oude Vlaamse schilders en voor de Preraphaëlieten. Germaanse en hoofdzakelijk Engelse invloeden nemen niets weg van de subtiele oorspronkelijkheid, waarvan zijn werk getuigenis aflegt. De Entrevisions (1897) geven uiting aan de dromen en de onrust van een eenzame jeugd, vol drang naar het ideaal, ’s Dichters meesterwerk is echter La Chanson d’ Eve (1904), een lang gedicht, ingedeeld in talrijke kleine zangen, ongetwijfeld een van de beste werken van het Franse symbolisme. Volstrekt enig is de indruk van jeugd, zuiverheid, zonnige helderheid, die van dit gedicht uitgaat. Op toneelgebied schreef hij in 1889 een klein drama, Les Flaireurs, griezelig en geheimzinnig van inspiratie, geschreven vóór het scenisch werk van Maeterlinck en waaruit een aanzienlijk deel van diens toneel schijnt voort te komen. Verder Pan (1906), satirische comedie van grote lyrische kracht, waarin alle huichelarij door vrijheid en leven wordt verdrongen.Bibl.: Aventures merveilleuses du prince Cynthie et de son serviteur Saturne (1906); Mademoiselle Faucheux ou l’araignée bleue (1921); Lettres èi Fernand Séverin (1924).

Lit: L. Christophe, C. v. L. (1943).

< >