Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Charles eugène marie van bambeke

betekenis & definitie

Belgisch geneeskundige (Gent 6 Febr. 1829 - 14 Mei 1918), was hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Gent. Eerst praktizerend arts aldaar, voel de hij zich ca 1863 tot de wetenschap aangetrokken en werd praeparator van prof.

Poelman (18151874), die de vergelijkende anatomie doceerde. In 1869 werd hij docent en in 1872 hoogleraar. Hij richtte te Gent het laboratoriumonderzoek in op het gebied van de studie van de cel en van de eicel. Niet alleen op het gebied van de zoölogie, waarin hij het geraamte der cetaceeën en de embryologie der vissen en der kikvorsen bestudeerde, maar ook op dat van de plantenkunde was hij zeer ervaren; hij verzamelde een beroemd zwammenherbarium. Zijn bijdrage tot de histologie, en in het bijzonder tot de cargornitosis heeft een hoge betekenis. Met Edouard van Beneden, hoogleraar te Luik, stichtte Van Bambeke de Archives de Biologie.

Zonder financiële zorgen en buiten de politiek leefde hij alleen voor de wetenschap. Hij was laureaat van de tienjarige prijs voor de zoölogische wetenschappen voor het tijdperk 1892-1901 en lid van de Académie des Sciences en de Académie de médecine de Belgique.Lit.: Liber Memorialis Univ. Gand; Biographie nationale.

< >