Frans blijspeldichter (Parijs 1709 - 3 Nov. 1783), werd secretaris van de hertog van Orléans en door deze tot toneeldichter benoemd. Vijftien jaar lang schreef hij voor hem toneelstukken, waarvan Partie de chasse de Henri IV het bekendst is.
Over de Franse letterkunde van 1748 - 1772 schreef hij zijn Journal historique, een verzameling van nogal boosaardige oordeelvellingen. Van zijn gedichten Chansons zijn er enkele, die aan Béranger doen denken.Bibl.: Chansons joyeuses (Paris 1765, herdr. 1807 (2 dln)); Théâtre de Société (1768, 2 dln, herdr. 1777 (3 dln)); Œuvres choisies (1789, 2 dln); Journal historique, éd. Barbier (1805-07, 3 dln), éd. Bonhomme (1864, 3 dln); La partie de chasse de Henri IV, is met Notice uitgeg. d. F.
Gaiffe in de Coll. Les Classiques pour tous (Paris 1924).
Lit.: G. Lanson, La Comédie au XVIIIe siècle, in: Hommes et livres (1898) ; A. Augustin-Thierry, Trois amuseurs d’autrefois: Paradis de Moncrif, Carmontelle, Charles Collé (Paris 1924).
